Het 'Geval Fransje'

De gevangenschap van Reinhard Willem Roorda

"Twee Harlinger jongens, die waren ondergedoken, de 24-jarige A. Oosterling en de 26-jarige R. Roorda, werden in mei te Haarlem gearresteerd en naar een Duits concentratiekamp overgebracht. Ze zijn beiden na de oorlog behouden teruggekeerd."

Reinhard W. Roorda, winkelier van het City Magazijn, Voorstraat 28, is de eerste persoon bij wie Michon zich [febr. '43] meldt bij aankomst in Harlingen op zoek naar een onderduik-adres. Reinhard is ('indirect') familie van Michon en heeft 'verkering' met diens oudste zus.

De geschiedenis van Reinhard krijgt ruim een jaar later nog een onverwacht vervolg zoals uit bovenstaand citaat blijkt.


De Onderduik 

Nadat Michon in handen van de Sichterheitsdienst (SD) is beland en talloze mensen verraad, noemt hij de Roorda's in eerste instantie niet. Ze worden in nog ongemoeid gelaten bij de eerste razzia van 22/23 nov. '43.

Tijdens de 2e razzia op 15 december 1943 wordt wel jacht gemaakt op Reinhard. Hij is niet thuis en ontkomt. Wel worden vader Roorda Sr. en broer Paul Roorda jr. opgepakt en afgevoerd naar Groningen. Vader Roorda komt na een paar dagen weer vrij. Broer Paul Roorda wordt begin januari vrijgelaten.

Reinhard is waarschijnlijk vanaf 15 december '43 ondergedoken.

Een brief van zijn vader d.d. 8 mei '44 wijst er op dat hij een paar dagen eerder aan een 'nieuwe betrekking' is begonnen. Afgaand op de reisroute van zijn vader ergens in of om Haarlem, waar meer familie woont.


Gevangenschap

Kort daarna ('in mei') loopt hij tegen de lamp met een, in zijn eigen woorden: 'zwart handeltje'. Hij wordt gevangen gezet in de 'Weteringschans' oftewel:

Huis van Bewaring I
Duitse Afdeling
Kleine Gartmanplantsoen 14, Amsterdam
Cel A 2/13 (later B3/6 en ook B 2/4)

De 'Duitse afdeling' was onttrokken aan het gezag van het Ministerie van Justitie (en direct onder de SD).

Via 'clandestiene briefjes' die verstopt in kleding en wasgoed naar buiten worden gesmokkeld, wordt er druk gecorrespondeerd tussen Reinhard en zijn familie. Het belangrijkste onderwerp is de levering van levensbehoeften en kleding.

Broer Theo die het dichtst bij woont (te Santpoort) is degene die de gevangenis regelmatig bezoekt, etenswaren en kleding brengt en wasgoed ophaalt.

Pas op 16 juli 1944 schrijft Reinhard in een kort clandestien briefje over de aanleiding van zijn arrestatie ('zwart handeltje') en de reden dat hij wordt vastgehouden: 'het geval Fransje'.

Hij geeft aan dat de Duitsers ('D') hier niet zwaar aan tillen. (Frans) Michon is na het  verraad bij de Duitsers vermoedelijk weer in een (redelijk?) goed daglicht komen te staan. Wel is Reinhard voor de Duitsers 'belast' (en verdacht) als betrokkene bij het onderduiken van Michon.

Dat Michon op het moment van schrijven (17 juli) allesbehalve zijn afspraken met de Groningse SD (april 1944) is nagekomen zullen de Duitsers (en Reinhard) waarschijnlijk niet weten.

Tenminste tot en met 30 augustus '44 zit hij vast in Amsterdam, maar wordt daarna toch  afgevoerd naar een kamp in Duitsland. De zaak wordt zwaarder opgevat dan gehoopt en gedacht.


Vrijlating & Terugkeer

 In mei '45 volgt de bevrijding uit een kamp bij Hannover en wordt hij overgebracht naar een Displaced Persons (D.P.) Assembly Center (registratie 13 mei '45 als politieke gevangene).

Na een reis van Hannover via Münster, Maastricht en Hasselt gaat hij naar het Reserve Opvang Centrum (R.O.C.) Eindhoven (E'ven) van de dienst Repatriëring.

Hij is 22 mei 1945 terug in Harlingen en na de laatste keuringen, registraties en stempels op 16 juni '45 weer 'volwaardig burger'.


Chronologie Reinhard Roorda

o 15 dec. '43 ontsnapt aan 2e razzia en begin onderduik
o mei '44 ondergedoken en opgepakt te Haarlem [H. Drost]
o 8 mei '44 - brief vader: nieuwe betrekking Reinhard (Haarlem?) (en ondergedoken?)

o juli - 30 aug. '44 vast in Huis van Bewaring, Amsterdam
o vast in Duits kamp o.a. bij Hannover

o mei '45 bevrijding uit kamp bij Hannover
o 13 mei '45 in DP center en terugreis Hannover-Münster-Maastr.-Hasselt-E'ven-Harlingen
o 22 mei '45 terug in Harlingen

Transcriptie Clandestien Briefje 16 juli 1944

16-7-1944
Lieve allemaal
hoe gaat het met jullie
met mij gaat het prima
ben er door een zwart
handeltje erin gelo-
pen zit echter voor
geval fransje
het geval wordt
hier door D als niet
erg behandelt
moeke wordt hartelijk 
gefeliciteerd met haar
verjaard

p2
Ik hoop spoedig
weer thuis te zijn 
stuur in het spul
van Gerhard een
potlood [zeep] hartelijke
groeten en kop op 
Reinh

Total: 0 Comment(s)