Bernard J.A. en de Harlinger familie Witte
Nadat Frans Michon zich 24 febr. 1943 [in Duits uniform?] meldt in Harlingen bij de "winkel van [Reinhard] Roorda", het City Magazijn - Voorstraat nr. 28, op zoek naar een onderduikadres, neemt Roorda ("familie van familie" van Frans) contact op met zijn "onderhuurder" Bernard Witte, die het woongedeelte van het pand bewoont. Frans maakt kennis met Bernard (32 jr.) en zijn vrouw en eet bij hen.
Bernard legt contact met notaris Okkinga en Heerke Walinga (40 jr. - stoffeerder, Noorderhaven 109). De laatste kent hij o.a. van een in 1938 gezamenlijk behaald Middenstandsdiploma Algemene Handelskennis. Samen met Walinga 'verhoort' hij Frans voordat deze twee nachten wordt ondergebracht bij J.F. de Jong (makelaar) net buiten Harlingen.
In een later stadium, als Frans inmiddels op een vast onderduikadres is ondergebracht, is Bernard degene die naar Haarlem (en Heemstede?) afreist om verdere inlichtingen in te winnen over de achtergrond en familie van Frans.
Bernard Jan Antonius
Bernard Jan Antonius Witte, geboren 18-09-1910 te Harlingen en van Rooms Katholieke huize, is het tweede kind van Henri Theodor Witte, koopman en eigenaar van een textiel/ manufacturieren-zaak en Helena Margaretha Maria Ensink. Henri en Helena krijgen in totaal acht zonen.
Al sinds begin 19e eeuw wonen en werken de Witte's aan de Voorstraat te Harlingen. Onder de handelsnamen "Fa. H. Witte Jzn." (Magazijn "Faam" en "Kofa" Magazijnen) vernoemd naar opa Herman(us), worden op de Voorstraat nummers 68-71-72 meubel en manufacturier magazijnen gehouden tenminste tot begin jaren '50.
Vader Henri is eigenaar van de adressen Voorstraat 71 en Franekereind 40 en is actief in de lokale politiek. Op 27/09/1928 wordt Henri beëdigd als ambtenaar van "den burgelijken stand" te Harlingen en hij is tevens raadslid.
Bernard treed in de voetsporen van zijn voorvaderen als 'koopman/ manufacturier' en bestiert o.a. het filiaal te Bolsward. December 1935 rijdt hij een "scheve schaats" met het overtreden van de loterijwet en een veroordeling tot fl. 15,- i.c. 10 dgn. subsidiair. De Hepkema's krant doet uitgebreid verslag van de zitting met "verdachte W.". In 1940 worden de filialen Franeker en Bolsward opgeheven.
Bernard verlooft zich in dec. 1941 met Antoinette Geertruida Maria van Nimwegen (journaliste), geboren 1914 te Rotterdam. Hun woonadressen zijn op dat moment respectievelijk: Harlingen, Franekereind 40 en Haarlem, Hyacintenlaan 31. [De link met Haarlem is hier in ieder geval mee gelegd.] Het huwlijk vindt plaats op 31-10-1942 te Overveen/ Haarlem. Het voorlopige woonadres is dan Voorstraat 71 Harlingen. Aansluitend huren ze het woongedeelte van het pand Voorstraat 28.
Roorda's & Witte's
Er waren twee families Roorda: een van de “Singel” en een van het “Noordij”. De mannen waren broers, de vrouwen zusters van elkaar. Henri Witte en Jet Galema waren met de beide Roorda families bevriend. Ze waren leeftijdsgenoten. De contacten kwamen voort uit zakelijke en kerkelijke aangelegenheden. De kinderen Roorda en Witte waren niet bevriend.
Voedselhulp & vluchtelingenopvang
Tijdens de Hongerwinter in 1944 hebben de vader van Bernard, Henri Th. en zijn tweede vrouw 'Jet' Galema (sinds 1939), zich zeer verdienstelijk gemaakt bij de opvang van vluchtingen uit de Randstad, ook van de kinderen van Jet's zus Hannie uit Haarlem.
Tijdens de oorlogsjaren was er nog geregeld personen- en vrachtvervoer mogelijk tussen Den Haag, Haarlem en Harlingen, over welke plaatsen het gezin van Klaas Galema zich verspreid had. Uit brieven wordt duidelijk, dat de gezinnen in Den Haag en Haarlem konden profiteren van het feit dat Jet met Henri Witte in Harlingen woonde. Regelmatig konden zij voor extra voedsel zorgen.
Brief Jet eind september 1944 (na de Slag om Arnhem):
"... Van de jongens hooren we niets. Henri z'n heele familie zit er midden tusschen in. Hier is 't nog heel rustig. Eten hebben we ruimschoots. Vorige week hebben we drie daklozen in huis gehad. ... Als er honger dreigt in den Haag en Haarlem kom dan maar hier per fiets als daar kans voor is, Hanny en Bernard en de kinderen ook. ..."
In December wordt de zorg voor hun gezondheid zo groot, dat er na overleg en het al eerder gedane aanbod van Jet en Henri in Harlingen, besloten wordt dat Ton en Toos met nog tien andere kinderen van kennissen in de buurt naar Harlingen zullen gaan.
Er is maar één mogelijkheid en daar zorgt Henri voor. Er moet een open vrachtwagen, voorzien van een gasgenerator van Harlingen naar Wormerveer en Nico krijgt gedaan dat de chauffeur de volgende dag de kinderen mee terug zal nemen. .....
Om vijf uur in het donker kwamen ze uitgeput in Harlingen aan. Het is 14 december 1944.
...... De kinderen in Harlingen verlangen naar huis. Hoewel hun ouders hen een half jaar niet gezien hebben zijn ze het eens met Jet en Henri in Harlingen, die vanwege de schaarste in Haarlem, die nog niet is verbeterd, het beter vinden dat de kinderen nog even blijven. Half Juni is het zover, dat ze terug mogen: ze zijn dan zo gegroeid en aangekomen, dat de ouders hun kinderen bijna niet meer terugkennen.
De betrokkenheid van Henri Witte en zijn vrouw Jet Galema bij het ophalen van kinderen en plaatsen bij gezinnen in Friesland ging verder dan alleen familieverbanden. Er lag ook een link met katholieke parochies in het bisdom Haarlem dat zich uitstrekte over Noord- en Zuid Holland. Het was ook daarom dat Mgr. Huibers na de oorlog vanuit Haarlem in Harlingen langskwam om Henri te bedanken.
Een beroemde broer
De oudste broer van Bernard, genaamd Herman Bernard Jan, geboren 18-09-1909 te Harlingen, studeert na de Harlinger HBS aan de Technische Hoogeschool Delft voor Civiel Ingenieur. Na betrekkingen in Maastricht, kan hij in Bergen-op-Zoom aan de slag. Dit wordt onderbroken door de mobilisatie en krijgsgevangenschap tot de zomer van 1940.
Tijdens de oorlog steunt Herman de illegaliteit in Bergen-op-Zoom en wordt hij per 1 jan. '45 door het Militair gezag als waarnemend burgemeester aangewezen. Vanaf 1 mei 1946 is hij 'gewoon' burgemeester en doet in het kader van de wederopbouw een hoop stedebouwkundige en planologische ervaring op.
Als in 1952 de KVP tijdens de regeringsformatie het departement Wederopbouw en Volkhuisvesting krijgt toegewezen, wordt H.B. hiervoor tot minister benoemd. Het ministerschap duurt tot 1959 [2x kabinet Drees, interim Beel]
Na de verkiezingen verlaat hij 16 okt. 1959 de Tweede Kamer als hij word benoemd tot burgemeester van Eindhoven. In 1966 keert hij nog kort terug in het interim-kabinet Zijlstra zonder het burgemeesterschap op te geven.
Naast het burgemeesterschap vervult hij talloze andere bestuurs, beleids- en advies-functies tot aan zijn overlijden in 1973.