Een tand en een brief van de Harlinger verzetsman Gerrit Schuil worden vanaf vandaag bewaard bij Tresoar

Gerrit Schuil met de afscheidsbrief en een foto van zijn oom Gerrit. ,,Liefste allemaal’’, staat erboven. FOTO NIELS WESTRA

Gerrit Schuil met de afscheidsbrief en een foto van zijn oom Gerrit. ,,Liefste allemaal’’, staat erboven. FOTO NIELS WESTRA

De Friese bewaarplaats Tresoar krijgt twee bijzondere nieuwe ‘oorlogsschatten’. Een koffer met honderden brieven die verzetsstrijder Lolle Rondaan aan zijn verloofde schreef en een schoenendoos met de laatste berichten van de Harlinger verzetsman Gerrit Schuil. De erfgenamen reizen vrijdag naar Leeuwarden, naar de ‘inleverdag oorlogserfgoed’ bij Tresoar, omdat ze willen dat de stukken voor altijd bewaard blijven.

In een bruine enveloppe zit een tand, met een randje goud bij de wortel. ,,Ja’’, zegt Gerrit Schuil. ,,Dat is het dan.’’

De tand was van zijn oom, de 25-jarige Harlinger verzetsman Gerrit Schuil, die in februari 1944 door de Duitsers werd geëxecuteerd.

,,Mijn vader heeft alles bewaard’’, zegt de huidige Gerrit Schuil die vandaag een bijzondere schoenendoos aan Tresoar schenkt. De tand zit erin, plus brieven, knipsels, foto’s en documenten.

In 1946 kreeg zijn vader Jan Schuil een brief van het Bureau Nationale Veiligheid in Amsterdam. Het bureau had ,,goede reden aan te nemen’’ dat het stoffelijk overschot van de jonge Gerrit was gevonden in een massagraf in de duinen van Overveen.

Jan identificeerde zijn broer en nam de snijtand mee die nu, anno 2019 nog verrassend wit, op een bureau in Harlingen ligt. ,,We weten niet eens heel veel over Gerrit’’, zegt de huidige eigenaar.

,,Ik was vijftien toen mijn vader overleed. Op die leeftijd ben je met heel andere dingen bezig. Maar ik weet wel dat de familie heel trots op Gerrit was. Hij was de enige zoon die naar de HBS ging. Dat was wat hoor, voor een zoon van een havenarbeider. Ze hebben alles bij elkaar gelegd, zodat hij kon studeren.’’

Mislukte aanslag

Gerrit was boekhouder en probeerde in 1942 twee keer naar Engeland uit te wijken. Toen dat mislukte dook hij onder in Sexbierum, waar hij zich bij de knokploeg voegde. Hij deed onder meer mee aan de kraak van het bevolkingsregister in Sint Annaparochie en op 3 november 1943 pleegde hij samen met een maat een mislukte aanslag op de opperluitenant van de staatspolitie in Harlingen.

Niet lang daarna werd de knokploeg verraden. Gerrit Schuil en zijn verzetskameraden, onder wie ook Lolle Rondaan, werden uit hun schuilkelder bij de boerderij Liauckama State getrokken.

‘Liefste allemaal’, schrijft Gerrit een paar maanden later boven zijn afscheidsbrief die hij vanuit de cel in Assen schreef. ‘Het is moeilijk om de juiste woorden te vinden. Vanmiddag zijn we voor de Duitse rechtbank verschenen. Ik veronderstel dat u inmiddels wel gehoord heeft waarvoor wij indertijd gearresteerd zijn.’

Theoretisch maakt hij nog kans op gratie, weet hij, maar hij wil niemand valse hoop geven. ‘Ik heb mezelf op het ergste voorbereid.’

Onderduikhol

Zijn vader sprak weinig over de herinneringen aan zijn broer die hij in een schoenendoos had gestopt, zegt Schuil. ,,Maar ik wist dat de doos er was.’’ En na de dood van zijn vader bewaarde hij het archief op zijn eigen zolder.

,,Hé, kijk’’, zegt hij. ,,Dit is nog een brief van koningin Wilhelmina.’’ ‘De voor geen enkel onrecht terugdeinzende vijand heeft Uw zoon Gerrit op laaghartige wijze om het leven gebracht’, schrijft de vorstin. ‘Onze vrijheid is ook door zijn offer verkregen.’

Alles gaat naar Tresoar zodat het voor altijd bewaard blijft. En het onderduikhol, waar zijn oom verborgen zat, is er nog steeds, weet Schuil. ,,Ik wandelde er een keer, over het weggetje met de oude knotwilgen waarlangs hij door de Duitsers is weggevoerd.’’ Dat was gek. Dat kwam aan. Of de geschiedenis dichterbij komt naarmate hij ouder wordt? Hij knikt. ,,Ik denk het wel.’’

 

Een koffer vol liefde en dood

Verzetsstrijder Lolle Rondaan, die in 1944 werd gefusilleerd, schreef honderden brieven aan zijn verloofde. Vanaf vrijdag liggen ze bij Tresoar.

,,Als je eraan toe bent, mag je ze lezen’’, zei de moeder van Barbara Nijman over de brieven van Lolle Rondaan die ze tot aan haar dood bij zich hield. Riek Stork ontmoette haar grote liefde in 1939 in Amsterdam. Vijf jaar later werd hij vermoord door de Duitsers.

,,Mijn moeder is er altijd eerlijk over geweest’’, zegt haar dochter Barbara Nijman, die in 1952 werd geboren. Lolle Rondaan uit Bitgum, die deel uitmaakte van de knokploeg in Sexbierum, was haar grote liefde.

In 1950 trouwde Riek Stork met de vader van Barbara, maar hij was, zoals ze zelf zei, tweede keuze. Als Lolle nog had geleefd, was ze bij hem gebleven. In een koffer bewaarde ze het verhaal van hun liefde op honderden dichtbeschreven velletjes papier.

Losse velletjes vol verdriet

In 2002, aan het sterfbed van haar moeder, opende Barbara voor het eerst een van de enveloppes. Het was de afscheidsbrief van Lolle, die hij schreef voordat hij werd geëxecuteerd. ,,Ik dacht: O mijn God.’’ Ze borg hem weer weg.

Jarenlang paste ze op de koffer zonder hem te openen. ,,Maar ik wist: ik moet er iets mee.’’ En vorig jaar, tijdens een bezoek aan het Verzetsmuseum in Leeuwarden, zag ze een foto van Lolle Rondaan. ,,Dezelfde foto die ook in de koffer zit.’’ Lolle blikt vanonder een donkere kuif trots, ironisch bijna, in de camera. Niet lang daarna mailde Barbara Nijman met Tresoar, de Friese bewaarplaats van papieren collecties.

Samen met een vriendin raapte ze bovendien al haar moed bijeen en begon ze een deel van de brieven te lezen. ,,We hebben er een paar uur aan besteed en ik was móe! Ze hebben zo’n ongelooflijke impact.’’

Lolle had een schuin, moeilijk te lezen handschrift en doorspekte zijn teksten met bijbelverzen. ,,Maar wat me het meest aangreep, was het dagboek van mijn moeder. Op pagina 39 stopt het ineens. Daarna zitten er allemaal losse velletjes in waarop ze haar verdriet na de dood van Lolle beschrijft.’’

Iets van het leven maken

Hartverscheurend, zegt Nijman. ,,Ook omdat het mijn moeder is. Die leuke, vrolijke vrouw voor wie het leven niet gek genoeg kon zijn.’’

De Amsterdamse Riek Stork hield van uitgaan en van het theater. ,,Ze zei altijd: Er is in mijn leven zoiets vreselijks gebeurd dat niets mij meer kan deren. Daarom hield ze me ook altijd voor dat ik er iets van moest maken in het leven.’’

Toch vertelde ze nooit echt over Lolle. ,,Te pijnlijk’’, denkt Nijman. ,,Ze heeft wel eens gezegd: Opeens komt er een pakketje thuis met wat kleding en papieren en dat was het dan.’’

Na de dood van haar man vroeg Riek aan haar dochter of ze het goed vond dat ze contact zou opnemen met Piet Rondaan, de jongere broer van Lolle. ,,Ik zei: Mam, ik vind het prachtig. Daarna had ze het heel fijn bij de Rondaans.’’

En vrijdag verhuist de koffer. ,,Eigenlijk is het gek dat ik er zo lang zo nonchalant over was’’, vindt Barbara Nijman. ,,Ineens is het voor mij nu wel een dingetje.’’